Wij ontwikkelen onze eigen richtlijnen
Richtlijnen gemaakt voor en door professionals
Richtlijnen gemaakt voor en door professionals
Wij ontwikkelen onze eigen richtlijnen, omdat je bij het werken voor een verpleeghuis of justitiële instelling bijzondere situaties kunt tegenkomen.
Voor deze situaties zijn er niet altijd duidelijke protocollen beschikbaar. Bestaande richtlijnen, zoals NHG standaarden dekken ook niet altijd de lading.
Onze richtlijnen ondersteunen je in je dagelijks werk voor bijzondere doelgroepen.
Van onze zorgprofessional krijgen wij vragen en opmerkingen uit het werkveld en op basis daarvan maken wij onze richtlijnen. Deze worden regelmatig herzien, zodat de richtlijn altijd actueel is.
Jouw opmerkingen kunnen helpen om een volgende versie nog beter te maken. Input, verbeterpunten en complimenten kun je sturen naar Tim Peeters, huisarts-justitieel geneeskundige en voorzitter van de Richtlijnencommissie: richtlijnen@medtzorg.nl.
NEE.
De wet op de lijkbezorging zegt dat je moet vaststellen wie de overledene is. In de “ Richtlijn Lijkschouw” [1] van de NHG staat uitgelegd dat dat niet perse met een ID-bewijs hoeft. Het woord van familie of verzorgenden is ook voldoende : “ Meestal is de identiteit van de overledene bekend of kunnen nabestaanden of verzorgenden de personalia verschaffen. Anders zijn identiteitspapieren nodig. Blijft de identiteit een vraagteken, dan schakelt de arts de politie in om de identiteit te onderzoeken.”
“ Het routinematig checken van de identiteit van de overledene via identiteitspapieren wordt niet nodig geacht, omdat er geen aanwijzingen zijn dat hiermee in de praktijk fouten worden gemaakt en deze vermoedelijk vaak niet gemakkelijk te vinden zullen zijn. Vaststellen van de identiteit met identiteitspapieren is daarom bij de lijkschouw alleen nodig als onduidelijkheid bestaat over de identiteit van de overledene”
[1] Richtlijn Lijkschouw voor behandelend artsen Werkwijze en samenwerking met gemeentelijk lijkschouwers en politie Utrecht, juni 2016 Nederlands Huisartsen Genootschap. https://www.nhg.org/themas/publicaties/richtlijn-lijkschouw
“ Voor de verklaring van overlijden zijn de naam, de voluit geschreven voornamen, de geboortedatum, de geboorteplaats en de laatste woonplaats nodig.“
Het blijft natuurlijk erg makkelijk om wel een ID-bewijs te hebben, maar het is dus niet verplicht. Je kunt de gegevens ook uit de zorgmap/dossier halen. De AVG-privacy-wet zorgt ervoor dat veel zorginstellingen geen kopie-ID-bewijs meer mogen bewaren. De ID-check heeft plaatsgevonden bij opname in de instelling, en dat is voldoende.
De wet zegt : een lijkschouw vindt zo spoedig mogelijk na overlijden plaats, redelijkerwijs binnen 3 uur na de melding.
medTzorg heeft met alle klanten contractueel afgesproken dat er binnen 3 uur na overlijden geschouwd wordt. Dit staat letterlijk in de contracten met de instellingen en moet dus in principe worden nageleefd.
Hierop zijn twee uitzonderingen :“ De levenden gaan voor de doden” : de lijkschouw mag vertraagd worden als je urgente zorg aan een levende patiënt moet leveren.
De verzorging en familie geven expliciet aan dat het ook wel de volgende dag mag om uiterlijk 8.00 (dat moet je dan noteren in medsecure/HIS).
Juridisch kun je de schouw dus over de nacht tillen als de familie/verzorging dat goed vinden, maar: klanten van medTzorg verwachten dat je WEL komt in de nacht.
Mocht je vanwege bovengenoemde uitzonderingen toch NIET gaan, dan moet je dat goed uitleggen aan de verzorging en vastleggen in medsecure/HIS. De regel is : schouwen binnen 3 uur (tenzij).
Voor sterfgevallen geldt in principe dat er binnen 3 uur na overlijden geschouwd wordt. Als er sprake is van verwacht overlijden en het overlijden plaatsvindt tussen 23.00 uur en 08.00 uur, dan mag gewacht worden tot de volgende ochtend 08.00 uur. Is de volgende dag een werkdag, dan kan het schouwen door de eigen instellingsarts worden gedaan.
Bij overlijden in detentie wordt geen verklaring van natuurlijk overlijden afgegeven ; de gemeentelijk lijkschouwer dient te worden ingeroepen.
“De behandelend arts verricht geen schouw na een overlijden in detentie of bij een gedwongen opname (PI, TBS, JJI, vreemdelingenbewaring). Na een overlijden in een dergelijk geval dient de schouw, gezien de bijzondere situatie, verricht te worden door een gemeentelijk lijkschouwer.”
Ook bij overlijden van iemand met een WZD/ WVGGZ-maatregel wordt de gemeentelijk lijkschouwer gebeld : “Bij een overlijden in een WZD/ WVGGZ-instelling ligt het – gezien de bijzondere, op een detentie gelijkende, situatie – voor de hand om als behandelend arts zelf geen schouw te doen en deze lijkschouw door de gemeentelijk lijkschouwer te laten doen. De gemeentelijk lijkschouwer overlegt dan met de behandelend arts over diens eventuele aanwezigheid bij de schouw en de informatie die de gemeentelijk lijkschouwer nodig heeft om zijn schouw te kunnen doen”
KNMG: Handreiking (Niet-)natuurlijke dood Wat moet u weten, wat moet u doen?
Versie 1.0., januari 2016 https://www.knmg.nl/advies-richtlijnen/dossiers/lijkschouw.htm
Ook bij overlijden van iemand met een Wvggz/Wzd-maatregel wordt de gemeentelijk lijkschouwer gebeld : “Bij een overlijden in een Wvggz/Wzd-instelling ligt het – gezien de bijzondere, op een detentie gelijkende, situatie – voor de hand om als behandelend arts zelf geen schouw te doen en deze lijkschouw door de gemeentelijk lijkschouwer te laten doen. De gemeentelijk lijkschouwer overlegt dan met de behandelend arts over diens eventuele aanwezigheid bij de schouw en de informatie die de gemeentelijk lijkschouwer nodig heeft om zijn schouw te kunnen doen”
KNMG: Handreiking (Niet-)natuurlijke dood Wat moet u weten, wat moet u doen?
Versie 1.0., januari 2016 https://www.knmg.nl/advies-richtlijnen/dossiers/lijkschouw.htm
Nee,
De arts mag conform de regels van KNMG niet verklaren over geschiktheid of ongeschiktheid van zijn patiënt. Hierop wordt door de tuchtrechter streng gehandhaafd. medTzorg hecht eraan dat de regels van de KNMG t.a.v. medische verklaringen en contact met politie/justitie worden gevolgd.
Nee
De arts mag conform de regels van KNMG niet verklaren over geschiktheid of ongeschiktheid van zijn patiënt. Zie voor toelichting onderstaande uitwerking inclusief het standpunt van ons bedrijf. Dit geldt ook bijv.voor de uitzetting van asielzoekers, waarmee een behandelrelatie bestaat (planbare-zorg-arts of diens plaatsvervanger als ANW-arts). Bij de uitzetting van asielzoekers dient hiervoor een onafhankelijke ‘fit-to-fly arts’ geraadpleegd te worden, die geen behandel relatie met de betrokkene heeft.
Nee
De arts mag conform de regels van KNMG niet verklaren over geschiktheid of ongeschiktheid van zijn patiënt. Zie voor toelichting onderstaande uitwerking inclusief het standpunt van ons bedrijf. Zo’n verklaring moet van een onafhankelijk arts komen die geen behandel relatie met de patiënt heeft.
Nee
de arts mag conform de regels van KNMG niet verklaren over geschiktheid of ongeschiktheid van zijn patiënt. Zie voor toelichting onderstaande uitwerking inclusief het standpunt van ons bedrijf. Zo’n verklaring moet van een onafhankelijk arts komen die geen behandel relatie met de patiënt heeft.
Nee
De arts mag conform de regels van KNMG geen informatie delen met wetshandhavers. Beroepsgeheim gaat boven het opsporingsbelang van politie/justitie. Waarheidsvinding is geen reden voor het doorbreken van het beroepsgeheim; niet tijdens politieonderzoek en ook niet tijdens een rechtszitting. Zelfs als de patiënt toestemming geeft voor het verstrekken van gegevens, moet de arts afwegen of hij hiermee wel handelt in het belang van de patiënt! 2 Op deze regel zijn enkele uitzonderingen.
Regelmatig krijgen we van artsen en instellingen de vraag hoe om te gaan met een mondelinge opdracht/overdracht van de arts aan een andere zorgprofessional.
In onderstaande document (linkje) staat uitgelegd hoe dat werkt, en wat de valkuilen zijn.
Een mondelinge opdracht mág, maar schriftelijk bevestigen (achteraf) heeft altijd de voorkeur.
Ja,
Dat moet gemeld worden bij IGJ. Ook DJI verzoekt hier zelf om.
Ja,
Ook als de directeur het initiatief heeft genomen. Kom er dus voor in huis en bewaak zelf de gezondheidstoestand van de ingeslotene. Maak heldere afspraken hoe lang de dwang duurt en wanneer er geëvalueerd wordt. Delegeer deze taak niet maar houd de verantwoordelijkheid bij jezelf of de arts na jou in de dienst (draag actief over).
Nee
Een directeur is altijd eindverantwoordelijk voor de ingeslotene. Als arts stem je alle bijzondere medische handelingen (dwang, fixatie) zoveel mogelijk vooraf af met de dienstdoende directeur. Als dat door nood niet kan, informeer de directeur dan z.s.m. achteraf. Denk aan het medisch beroepsgeheim en schend ‘zo min mogelijk’ – geef vooral handelingsinformatie. ( Voorbeeld : patiënt kan niet ademen door een overdosis medicatie, er is een spoedinjectie met tegengif gegeven om het leven te redden). Communiceer over wat je aan het doen bent, werk samen met directie van de instelling.