Meegemaakt – Troost
Lees meer
Het is de kunst in ons werk, zoals dat heet, met de juiste ‘professionele distantie’ en ‘betrokkenheid’ te acteren.
Bij een te grote distantie wordt de patiënt gereduceerd tot zijn klacht of ziekte. Bij te grote betrokkenheid bestaat het gevaar dat de patiënt als een goede vriend(in) wordt, die je als bevriende arts moeilijk grenzen durft te stellen, of wiens klemmende beroep op jou als redder in nood alle professionele grenzen doet vervagen.
Of je je als arts betrokken voelt bij een casus hangt van veel factoren af. Bij zedenzaken, waar we als artsen uit het cluster Amersfoort het sporenonderzoek verrichten, voel je je meestal als vanzelf zeer betrokken en begaan met het slachtoffer. De collega’s van cluster Utrecht West bemonsteren volgens afspraak trouwens een eventuele verdachte. Dat mag nooit door dezelfde arts gebeuren in verband met het potentieel verslepen van materiaal. Een oplettende advocaat zal een vormfout melden. Weg zaak.
Na een voorgesprek met de tactisch rechercheur en de collega van de forensische opsporing (FO) wordt er bepaald wat er gedaan moet worden. Vervolgens vindt een gesprek met het slachtoffer plaats en gaan we, gehuld in onderzoekspak, handschoenen, mondkapje en haarnetje, stap voor stap door het onderzoek heen.
In dit proces ben je bewust en onbewust continu aan het balanceren tussen distantie en betrokkenheid. Je denkt na of het wel verstandig is dat moeder aanwezig is bij het gesprek (krijg je wel eerlijke informatie? Durft ze dan bijvoorbeeld wel te vertellen dat ze 3 dagen geleden ook nog met Pietje seks heeft gehad), je houdt rekening met de emoties van het slachtoffer, peilt hoe ze onder de situatie is, wie ze bij het onderzoek erbij wil hebben, je geeft tijd voor een huilbui, stemt af of er doorgegaan kan worden of dat er even een pauze moet komen….. Tegelijkertijd houd je regie over de situatie: het onderzoek moet immers goed en volledig gebeuren.
Onderzoeken vinden plaats in het UMCU, bij het Centrum voor Seksueel Geweld. De opsporingstaak is volstrekt gescheiden van de medische zorg. De laatste wordt verleend door het ziekenhuis. Denk daarbij aan medicatie tegen geslachtsziekten en ter voorkoming van zwangerschap en psychologische zorg. Opvallend vaak betreft het jonge vrouwen met een licht verstandelijke handicap, een zwakke sociale achtergrond of een ontwikkelingsstoornis als autisme. Een meisje komt bijvoorbeeld via ‘Insta’ of andere sociale media in contact met een jongen. Voor het pakje sigaretten dat ze dan krijgt, blijkt ze dan wel wat terug te moeten doen……..
Een aantal casussen zal ik me altijd blijven herinneren. Zoals die arme 80-jarige vrouw die in haar eigen huis verkracht was en de vrouw in coma, die ik op de IC moest bemonsteren. Gruwelijk verhaal van een gekrenkte ex. Ze zou later overlijden aan haar verwondingen.
Vorige week werd ik ook geconfronteerd met een casus, waar ik de dagen erna nog wel een paar keer aan moest terugdenken. Een Poolse vrouw had de relatie met haar vriend verbroken. Ze zou die avond nog wat spullen komen halen. Ze werd zwaar mishandeld. Twee blauwe ogen, pijnlijke brandwonden op haar coeur (borstbeen) en rechter arm door een sigaret en haar lange haren waren door hem afgeknipt. En niet zoals een kapper dat zou doen. En ze werd anaal en vaginaal verkracht. Als hij haar niet kon hebben dan niemand, had hij gezegd. Samen met de FO en met hulp van een geduldige tolk, hebben we alle letsels gefotografeerd en onderzoek naar genetisch materiaal van de dader gedaan. Ook is er DNA van haar verzameld om vreemd van eigen DNA te kunnen onderscheiden.
Zedenzaken zijn een vaak heftig, maar belangrijk en ook dankbaar onderdeel van ons werk. Ik neem mijn werk gelukkig zelden mee naar huis. Maar soms is het onvermijdelijk en misschien wel nodig dat dat toch gebeurt, gezien de schokkende situaties waarmee wij nu en dan worden geconfronteerd.
Rik Kaarsgaren – Huisarts bij medTzorg
Lees meer verhalen in onze jubileumbundel “Meegemaakt”
Lees meer
Lees meer
Lees meer