medTzorg
Interview Jan – Huisarts medTzorg

  • 31 / 05 / 2023
  • Meegemaakt
Huisartsenzorg Leger des Heils - Interview Jan van Leer

“De helft van de genezing bestond uit praten”

Thuiszitten op zijn 65e bleek niets voor huisarts Jan van Leer te zijn. Gelukkig werd hij gevraagd als huisarts bij specialistisch verpleeghuis De Blinkert, voor mensen van de straat, met veel verslavingsproblematiek en psychiatrische problemen. Met zijn holistische manier van denken was Van Leer er precies op zijn plek. “Het is heel fijn deze mensen een mooi en rustig sterfbed te kunnen geven.”

Leger des Heils

De Blinkert in Baarn is een specialistisch verpleeghuis van het Leger des Heils voor mensen met een verleden als dak- of thuisloze en diverse maatschappelijke problemen, waardoor ze niet binnen het reguliere zorgaanbod passen. Er is plaats voor 93 cliënten. Veel mensen hebben een achtergrond met verslaving en psychiatrische problemen en veel bewoners zijn ernstig ziek en komen te overlijden.

Een pittige plek om te werken dus, maar Van Leer kijkt met een heel goed gevoel terug op de vijf jaar die hij er als huisarts werkte. “Het is heel mooie zorg. Als je deze mensen, die op straat hebben geleefd, toch een mooie en rustig sterfbed kunt geven, is dat heel fijn. Er zijn rare kwasten bij die allerlei dingen hebben gedaan die niet mogen, met politie en justitie in aanraking zijn gekomen. Maar dat je dan bij het einde als mens naast een ander mens kunt zitten en de goede zorg kunt geven is mooi.”

Levenskracht

Voor Van Leer kwam De Blinkert precies op een goed moment zijn leven in. Op zijn 65e droeg hij zijn praktijk over aan zijn opvolger. Hij zat een maand thuis, niet gelukkig. “Ik miste mensen. Dat krijg je als je veertig jaar in de zorg hebt gezeten.”

En toen belde Martijn Ruiten, de medisch directeur van medTzorg, hem op. Ruiten volgde de opleiding tot huisarts ooit bij Van Leer en nam een tijd zijn praktijk waar. Ze hadden en hebben een goede band. Toen de huisarts in De Blinkert vertrok, dacht Ruiten aan zijn oude opleider. Van Leer: “Martijn zei ‘dat vind ik nou echt iets voor jou’. Dat heeft hij goed ingeschat.”
Wat was het dat Ruiten geschikt vond aan Van Leer, denkt hij? “Ik heb altijd zeer holistisch gedacht en eerst de mens gezien. Ik vroeg me altijd af ‘Wie is deze mens en wat heeft hij of zij op dit moment nodig?’. Dat zijn precies de vragen die je op De Blinkert moet stellen. Je moet een brede en open blik hebben.”

In De Blinkert gaf Van Leer huisartsenzorg, met alles wat daarbij komt kijken. Maar het accent lag op verslavingszorg en psychiatrie. Zaken waar Van Leer zich in zijn tijd bij De Blinkert extra in verdiepte, omdat hij hier niet veel ervaring mee had. Hij dook de boeken in, maar leerde ook veel van het team waar hij mee werkte. “Het was een heel sterk team. Je kunt het ook alleen samen doen, want de problematiek was complex.”

Psychiatrie bleek hem goed te liggen en boeide hem. “Moet je bijvoorbeeld elke psychose behandelen? Dat denk ik niet. Zolang mensen geen schade aan zichzelf en anderen berokkenen, waarom mag iemand dan niet een beetje psychotisch zijn?Op De Blinkert was een man die prachtig kon tekenen en schilderen. Als je zijn psychose zou dempen, zou hij zijn creativiteit kwijtraken. Hij zei zelf ook ‘u moet me geen pilletjes geven, anders kan ik het niet meer’. Dat overlegde ik dan met het personeel en dat ging vaak goed. Je moet uitgaan van ‘wat kunnen mensen nog’ en niet meteen met pillen beginnen, dat is vaak helemaal niet nodig.”

Daarnaast kwam Van Leers kaderopleiding palliatieve zorg goed van pas. Veel patiënten waren erg ziek en kwamen te overlijden. Een gesprek over het levenseinde wilden de meesten echter niet. Van Leer: “Mensen van de straat hebben vaak een heel sterke levenskracht. Ze zijn gewend overal weggestuurd te worden, er niet te mogen zijn. Dat zorgt voor een vechtersmentaliteit. Er was ook niemand die om euthanasie vroeg. De mentaliteit was: je blijft leven tot het gaatje, tot je omvalt. De dood werd over het algemeen niet onder ogen gezien.”

Niet oordelen

Van Leer vertelt dat hij altijd met het levensverhaal van de patiënt begon. “Ik vroeg altijd: vertel eens? Waar ben je geboren, wat heb je meegemaakt? Dan komen er allerlei drama’s naar boven. Veel misstanden in de jeugd. Een man die op zijn 15e al liters bier per dag van zijn vader moest drinken, ‘omdat hij dan een kerel was’ en zo zijn hersenen in puin had gedronken. Veel mensen waren seksueel misbruikt. Hoe dat het leven van iemand kan verknallen, dat is onvoorstelbaar, vreselijk. Maar ze vertelden soms ook dingen waar we ontzettend om konden lachen. Dan had je een ingang. Bovendien: de helft van de genezing bestond uit praten.”

Het werk in De Blinkert heeft Van Leers kijk op dak- en thuislozen veranderd. “Het heeft mij erg mild gestemd. Deze groep leeft in de duisternis van de samenleving en iedereen heeft er maar een oordeel over. Maar probeer vooral niet te oordelen. Dat doe je altijd vanuit je eigen perspectief. Probeer eens te voelen waar die mensen vandaan komen. Hoe ze met hun tasje op straat leven, af en toe een nachtje bij het Leger des Heils mogen slapen, hoe ze niks meer hebben. We denken altijd dat mensen zichzelf wel kunnen redden, maar er is een heel grote groep mensen in ons land die niet goed voor zichzelf kan zorgen.”

Een beetje barmhartigheid voor deze mensen is op zijn plaats, vindt Van Leer, om maar eens een oud katholiek woord aan te halen. Ook belangrijk: ze in hun waarde laten. Daarnaast: humor. “Het werkt ontzettend goed om eens te lachen en een geintje te maken.” Wat ook helpt, is tolerantie, zegt Van Leer. “We moeten als huisartsen eigenlijk leefstijladviezen geven. Nou, dat werkt daar niet hoor. Je moet leren niet te streng in de leer te zijn. Kwaliteit van leven geven, maar accepteren dat het niet allemaal volgens de richtlijnen gaat.”

Mooie zorg kortom, vond Van Leer. Maar hoewel hij veel meer tijd voor patiënten had dan in zijn eigen praktijk, was het ook hard werken. Op zijn 70e besloot hij te stoppen bij De Blinkert. Dat betekent niet dat hij nu niets meer doet. Zo zit hij in de Adviesraad Sociaal Domein van zijn gemeente in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Jeugdwet. “Ik ben iemand die uitdagingen blijft zoeken, geprikkeld wordt door nieuwsgierigheid.”

Interview door Anne Doeleman

Meer interviews

Lees meer interviews in onze jubileumbundel “Meegemaakt”