Meegemaakt – Troost
Lees meer
Een rechte rug, nieuwsgierigheid en zin in uitdaging. Die eigenschappen komen Annelieke Hof-van Smaalen goed van pas in haar werk in een centrum voor transculturele psychiatrie. Veel patiënten hebben een schrijnende achtergrond. “Als je daar iets over weet, snap je dat het niet gek is dat ze hier zitten.”
Annelieke Hof-van Smaalen (38) werkt twee dagen in de week als waarnemend huisarts in een reguliere praktijk en een dag per week in een centrum voor transculture psychiatrie. Daarnaast draait ze voor medTzorg diensten. Met een gezin met drie kleine kinderen erbij is dat ‘gezellig, maar lekker druk’. Hof zou het niet anders willen. De afwisseling en flexibiliteit bevallen haar heel goed. “Ik vind veel dingen leuk. Als iemand voorstelt om iets te doen, denk ik snel ‘ja, waarom ook niet?’”
Bovendien vindt ze het fijn als ze niet weet wat er gaat gebeuren op een dag. En dat is nu zeker in het geval. De instelling waar ze werkt, met veel patiënten met een andere culturele achtergrond, is grotendeels gericht op forensische psychiatrie. “Er gebeurt van alles, wat somatisch misschien niet eens zo relevant is, maar psychisch heel fascinerend is,” vertelt Hof. Zo komen er met enige regelmaat honger- en dorststakingen voor. Vanwege de psychische problemen en taalbarrière is hulp niet altijd makkelijk. Hof: “De tolk vertaalt het wel eens met ‘ik kan hier geen touw aan vast knopen’.” Aan haar de taak om de gezondheid van deze patiënten in de gaten te houden. Dat vraagt steeds afwegingen: hoe belangrijk is het om op dit moment de bloeddruk te meten bijvoorbeeld als iemand in bedwang moet worden gehouden, kan het ook op een andere manier?
Hof houdt van de uitdaging om met handen en voeten en gebrekkige informatie de juiste zorg te leveren. Laatst had ze bijvoorbeeld een patiënt die meerdere weken in een isoleercel moest blijven. “Als hij zijn kop verkeerd had staan, of de medicatie niet juist was afgesteld, draaide hij door.” Voor het eerste consult had hij handboeien om en stonden er vier beveiligers bij hem. Hof: “Er is nooit privacy voor deze mensen. Hij moest een grens over om met mij privézaken te bespreken, met al deze mensen erbij.” Hof vindt het belangrijk dat deze patiënten dezelfde zorg krijgen als patiënten in een reguliere huisartspraktijk. “Ongeacht of hij drie moorden heeft gepleegd of niet.”
Deze patiënt had steeds vragen voor Hof, over diverse kwaaltjes. Ze sprak met hem af dat ze elke twee weken langs zou komen en dan alle vragen zou bespreken. Dat werkte heel goed; hij wist dat hij op Hof kon vertrouwen. “Zo hebben we toch een band opgebouwd. Dat zijn de leuke dingen.”
De populatie in ‘haar’ centrum bestaat voornamelijk uit relatief jonge mannen. “Er zijn er ontzettend veel met een schrijnende achtergrond. Als je daar iets over weet, snap je dat het niet gek is dat ze hier zitten.” Hof is erg nieuwsgierig aangelegd en hoort graag de verhalen achter de mensen. Zo sprak ze laatst een jonge man die in de afgelopen maanden met een klein bootje van Tunesië naar Italië was gevaren, en vervolgens via Duitsland, Engeland en Zweden naar Nederland kwam. “Dat vind ik dan fascinerend: wat maakt hij allemaal mee?”
Nu ze er een paar jaar werkt, merkt Hof dat ze niet meer zo onder de indruk is van de patiënten en van de beveiliging. De eerste tijd vond ze spannend. Tijdens de eerste dag die ze meeliep binnen detentie in een penitentiaire inrichting ging ze mee naar een vrouwelijke patiënt die vier bewakers om zich heen had. “Ik dacht dat iedereen levensgevaarlijk was.” Dat bleek niet zo te zijn. Na een paar weken merkte ze al dat ze zich veel zekerder voelde. Haar ‘rechte rug’, zoals ze dat noemt, helpt daarbij. “Ik laat me niet snel uit het veld slaan.”
Vorig jaar gebeurde er echter iets in de instelling waar ze nu werkt waardoor het hele team zich weer zeer bewust werd van de risico’s van het werk. Een patiënt stak toen een medewerkster dood en verwondde twee andere medewerkers. “Dat zal ik nooit vergeten,” zegt Hof. “Het gebeurde op een zaterdag en ik kwam op maandag weer in het centrum. De sfeer was zo vreemd, iedereen was geschokt en stil. Iedereen was erg geraakt door het overlijden van een collega, maar zich ook bewust van het werk dat we doen. Nu is alles weer redelijk normaal, maar dat was een heel harde reality check.”
Heeft het haar aan het twijfelen gebracht of ze dit werk nog wel wil doen? “Nee, het wordt voor mij niet anders. Als ik het niet doe, gaat een ander het doen. Ik vind het werk ook te leuk en boeiend en ervaar blijkbaar niet voldoende angst om ermee te stoppen.”
Wil je onze nieuwste editie Meegemaakt ontvangen?
Schrijf je hier in en ontvang hem thuis.
Meer Meegemaakt verhalen vind je op onze website.
En lees ook de jubileumversie van “Meegemaakt”.
Tekst door Anne Doelman
Lees meer
Lees meer
Lees meer