Een indrukwekkende casus over een minderjarige en haar ouders die in de cel belanden.
Situatie
Sylvana is een meisje van net 16 jaar dat met haar ouders in de maatschappelijke opvang (bijna-dakloos) woont. Het gezin is na meerdere gedwongen verhuizingen binnen een gemeente uit huis gezet en naar een opvang locatie verplaatst. De ouders veroorzaakten maatschappelijke overlast en zijn verstrikt in een vicieuze cirkel van schulden, werkloosheid, gezondheidsproblemen en taal-en-begripsproblemen.
Sylvana is licht verstandelijk beperkt en gaat naar het speciaal onderwijs. Ze heeft ADHD en astma, waar ze medicatie voor krijgt. Financiële problemen bij de ouders zorgen ervoor dat haar medicatieverstrekking onregelmatig verloopt. Sociaal emotioneel is ze ‘jong’, eerder 12 dan 16. Ze is affectief verwaarloosd door beide ouders. Recent moest de huisarts een uitgebreide scabiës-infectie bij haar behandelen.
Er is een net-volwassen broer, betrokken tante, een meevoelende gezinsvoogd (Sylvana staat onder toezicht van jeugdzorg) en een betrokken huisarts die haar al lang kent. Verder is er geen netwerk. Bij de recente scabiës betaalde de huisarts voor haar medicatie, en kocht de gezinsvoogd nieuw beddengoed voor haar. Er waren geen verschoningen in huis.
Casus
Als een leeftijdsgenootje in de opvang een pesterige opmerking maakt gaat bij Sylvana de meter op rood en ze deelt een klap uit. De daarop volgende meiden-vechtpartij loopt totaal uit de hand als de ouders van beide kampen zich ermee gaan bemoeien. De toegesnelde politie arresteert Sylvana en haar beide ouders. De letsels bij alle betrokkenen vallen erg mee: schrammen en builen.
Als Sylvana pech heeft, zit ze voorlopig in een politiecel. Hoe lang mag dat eigenlijk op haar leeftijd?
Als arts wordt u geroepen voor de beoordeling van deze minderjarige in de cel. U maakt een advies-op-maat. Welke kwetsbaarheisfactoren ziet u bij dit kind?
Zijn er ook alternatieven voor haar insluiting te bedenken?
De politie vraagt of u ook wilt komen voor de vader van Sylvana. De politie denkt dat hij onder invloed van drugs was ten tijde van de vechtpartij. De vader is bekend met COPD en klaagt over benauwdheid in de cel.
Hoe snel na arrestatie moet u het bloed afgenomen hebben?
Wat doet u als vader bloedafname blijft weigeren?
Wat doet u met zijn COPD-hulpvraag? Wat gaat er eigenlijk voor, hulpverlening of bloedafname? Mag u beide taken verrichten?
Sylvana wordt in een cel ingesloten. Ze is verdrietig en vraagt om haar ouders. Contact met de ouders, die in hetzelfde cellencomplex zijn ingesloten, wordt niet toegestaan. Geen van de gearresteerden is formeel ‘in beperkingen’ geplaatst. Ze vraagt om haar broer. Voor haar wordt niemand gebeld. Na 36 uur ziet ze een advocaat die meteen de broer inlicht. Pas dan weet haar netwerk dat ze in de cel zit.
Hoeveel kwaad kan een nachtje in de cel nou eigenlijk bij een minderjarige?
Hoe denkt u over het geweigerde contact met haar ouders?
Welke adviezen geeft u aan de officier van justitie?
Na 48 uur wordt Sylvana vrijgelaten. Ze zal nog een keer moeten voorkomen voor geweldpleging. De gezinsvoogd haalt haar op bij het politiebureau. Sylvana knuffelt de gezinsvoogd stevig en wil haar niet loslaten. Ze wordt “uit huis geplaatst” en ondergebracht in een netwerkpleeggezin (tante). De volgende dag staat ze in tranen bij het gezondheidscentrum. De vertrouwde huisarts die plek voor haar maakt wordt ook bijna platgedrukt in een omhelzing.
Antwoorden en uitwerking
In het meest ongunstige geval is dit 16 dagen.
Minderjarig, licht verstandelijk beperkt, sociaal-emotioneel jong, affectief verwaarloosd, prikkelverwerkingsstoornis (ADHD), gezondheidsproblemen (astma), financiële problemen, beide ouders zijn ook gearresteerd, klein netwerk.
Zowel de Nederlandse kinderombudsman als internationale onderzoekers concluderen dat een verblijf in de politiecel schadelijk is voor minderjarigen. Insluiten in de politiecel zou een last-resort maatregel moeten zijn nadat andere opties zijn bekeken (internationale verklaring voor de rechten van het kind). Alternatieven die kunnen worden overwogen zijn o.a.:
Heenzenden “onder verantwoordelijkheid van de ouders” ; zij kunnen bijvoorbeeld het kind thuis laten slapen en de volgende dag terugbrengen voor verhoor.
Elektronische detentie (de enkelband).
Laten overnachten in een netwerk-pleeggezin (familie of vrienden uit sociale netwerk ouders).
Laten overnachten in een jeugdzorg-instelling.
Ruime beschikbaarheid van piketadvocaten (met affiniteit met kinderen) zodat het verhoor vóór de nachtrust kan worden afgerond.
In het geval van verdenking op drugs is dit 1,5 uur (voor verdenking alcohol alléén is er geen tijdslimiet meer).
De arts handelt vanuit zijn verplichtingen uit de WGBO : toestemming voor handeling verkrijgen. Indien iemand weigert mee te werken wordt er geen bloed afgenomen. Dit dient op het formulier aangekruist te worden. Bloedafname onder dwang is absoluut niet aan de orde. Het is aan de (H)OvJ om aan de verdachte duidelijk te maken wat de consequenties van deze weigering zijn. ( vaak hogere strafeis)
Hulpverlening heeft prioriteit boven bloedafname. U mag beide taken verrichten (hulp en bloedafname), als de patiënt dit goed vindt. Voor het hulpverleningsdeel, gaat u een behandelrelatie aan en heeft u beroepsgeheim. Als de patiënt hiermee niet akkoord gaat, kunt u zelf de hulpverlening starten en een andere arts laten komen voor bloedafname.
Dat kan behoorlijk veel kwaad:
Onderzoekers concluderen dat detentie van kinderen een situatie die al kwetsbaar was, vaak nog erger maakt.
Psychiatrische problemen ontstaan of verergeren (depressie, suïcidaliteit, automutilatie, regressiegedrag) Regressiegedrag zie je ook in deze casus bij het knuffelen van de hulpverleners in haar netwerk.
Ook een korte periode in detentie kan al acuut stressvol, en soms traumatisch zijn.
Handboeien, opsluiting en verhoor worden vaak als intimiderend ervaren door de minderjarige. Dit geldt ook voor contact met, of lawaai van, volwassen ingeslotenen.
Artsenverenigingen in het Verenigd Koninkrijk (huisartsen, kinderartsen en sociaal-geneeskundigen) concludeerden dat “vrijwel alle gedetineerde kinderen schade oplopen aan hun fysieke en mentale gezondheid als gevolg van de detentie, en dat deze schade in sommige gevallen ernstig is”.
De Raad voor Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) geeft een aantal algemene punten waaraan detentie van minderjarigen moet voldoen en hoe ze dienen te worden bejegend. Over het contact zegt de RSJ “Jongeren hebben recht op contact met de buitenwereld (ouders, broers en zussen, vriend of vriendin). Dat geldt zowel voor persoonlijk als telefonisch contact”. Dit is ook in lijn met de internationale verklaring van de rechten van het kind (kinderen en ouders worden niet uit elkaar gehouden, tenzij dit in het expliciete belang van het kind is).
Zoek naar een minder belastende maatregel dan politiecel. Is er überhaupt onderzocht of dat mogelijk is? Zie de alternatieven onder vraag 3. Benoem de specifieke kwetsbaarheidsfactoren van dit kind en benoem welke gezondheidsschade (zie vraag 7) te verwachten is.