medTzorg
Meegemaakt – ‘Sommige advocaten dienen te makkelijk een klacht in’

  • 19 / 04 / 2024
  • Meegemaakt
medTzorg-arts wim

Het is niet het leukste onderdeel van het werk: klachten. Die komen in de gevangenis wat vaker voor dan daarbuiten, ziet huisarts Wim Verstappen. Hij geeft voorbeelden, waarschuwingen en een tip. Maar hij vindt ook dat klachten het werk en werkplezier niet in de weg moeten zitten. “Ik vind het nog steeds hartstikke leuk.”

Tijdelijk ondersteunen

Wim Verstappen wilde tijdens de coronapandemie de medische dienst in de gevangenis ondersteunen en daarna weer vertrekken. Na een lange carrière – met onder meer een eigen praktijk, waarnemingen, een promotie, wetenschappelijk onderzoek, management – leek hem dit een interessant stukje geneeskunde dat hij nog niet kende.

Maar de pandemie ging voorbij en Verstappen bleef. “Ik ben steeds enthousiaster geworden. Ik ga met plezier naar mijn werk. We proberen met het hele team goede zorg te leveren aan de gedetineerden. Ik kom veel dankbare patiënten tegen, die blij zijn dat je probeert te helpen en snappen dat dat lang niet altijd kan. Dat is veruit de meerderheid.”

Regels, beperkingen en klachten

Maar, zegt Verstappen, er zijn ook gedetineerden die het je moeilijk kunnen maken. En over die groep wil hij toch ook even vertellen. Meer specifiek: over de klachten die je in de gevangenis kunt krijgen. In elke praktijk kun je als huisarts een klacht krijgen van een patiënt, maar in de gevangenis lijkt dat net iets vaker te gebeuren, zegt Verstappen.

In de drie jaar dat Verstappen in twee gevangenissen werkt, kreeg hij drie klachten bij het tuchtcollege. Eén klacht werd ongegrond verklaard, twee andere zaken lopen nog. Een verklaring voor het grotere aantal klachten is dat de meeste gedetineerden een advocaat hebben, denkt Verstappen. “En sommige advocaten dienen wel heel makkelijk een klacht in.”

Een andere verklaring is dat er wat minder mogelijkheden zijn in de gevangenis om zorg te verlenen. Verstappen: “We zitten met bepaalde regels en beperkingen. Verwijzingen zijn bijvoorbeeld niet altijd haalbaar. Zorg die uitgesteld kan worden, wordt uitgesteld tot na de detentie. En gedetineerden kunnen niet altijd sporten zoals ze willen of eten wat ze willen. Acute zaken worden uiteraard wel direct behandeld. Maar gedetineerden vinden soms dat ze niet de juiste zorg krijgen en dienen dan een klacht in.”

Stimuleren te werken

Soms zijn klachten ook werk-gerelateerd. Een van de klachten die Verstappen kreeg, kwam van een patiënte die bekend was met carpale tunnel syndroom-klachten. In de gevangenis waar ze vandaan kwam, hoefde ze niet te werken. In de gevangenis waar Verstappen werkt, is het beleid om mensen te stimuleren om te werken. Hij probeerde de patiënte  in te laten zien dat het beter zou zijn om aan het werk te gaan, ook met haar klachten, uiteraard met enkele beperkingen en aanpassingen. Na gesprekken met de vrouw en in overleg met haar mentor besloot hij uiteindelijk om te adviseren deze patiënte driemaal per week een dagdeel te laten werken. “Ik wilde graag het patroon doorbreken van niet-werken. Het was ook in haar voordeel: als je werkt heb je meer privileges.” Maar de patiënte was het niet eens met Verstappens oordeel en diende een klacht bij de tuchtraad in. Deze klacht werd ongegrond verklaard.

Een andere klacht die Verstappen kreeg van een patiënt was dat deze pas na zijn detentie terechtkon bij de revalidatiearts. “Maar er was gewoon een wachtlijst. Mensen hebben andere verwachtingen dan we kunnen bieden. Dat is buiten ook hoor, dat mensen willen dat jij regelt dat ze morgen bij de specialist terechtkunnen.”

Omgaan met onzekerheid

Verstappen ligt niet wakker van de klachten, maar het valt wel op, en maakt het werk niet per se leuker. Hij merkt dat de dreiging van klachten hem minder onbevangen heeft gemaakt en dat hij sneller in de verdediging schiet. Het stoort hem ook dat veel mensen, van bijvoorbeeld de klachten- of tuchtrechtcommissie, veel tijd moeten besteden aan klachten, die bovendien lang niet altijd zinvol zijn. Begrijp hem niet verkeerd: hij is helemaal niet tegen tuchtzaken of verantwoording afleggen als dat nodig is. Eerder deed hij onderzoek hiernaar en publiceerde hij erover in Huisarts & Wetenschap. “Uit dat onderzoek blijkt dat sommige tuchtzaken echt zin hebben. Je kunt leren van de dingen die fout zijn gegaan, zoals een verkeerde inschatting. Maar als het bijvoorbeeld enkel gaat over meer notities maken, dan denk ik dat dat minder zinvol is.”

Al het noteren gaat ten koste van de tijd die je aan patiënten kunt besteden, zegt Verstappen. Het brengt bovendien het gevaar met zich mee dat huisartsen zich te veel willen indekken, denkt hij. “De essentie van ons vak is dat je leert omgaan met onzekerheid. Dat je beslissingen durft te nemen terwijl je niet alles weet. Dat is lastig in de huidige tijd. En al helemaal in de gevangenis, waar je met meer regels te maken hebt. Er is veel druk om alles uit te sluiten. Maar we weten dat de meeste medische klachten vanzelf overgaan. Soms betekent het daarom dat je als huisarts moet afwachten.”

Advocaat

Wat Verstappen hielp, is dat medTzorg direct hulp bood. Hij kon via zijn eigen beroepsaansprakelijkheidsverzekering geen advocaat krijgen. “Zo’n verzekering heb ik nooit nodig gevonden, achteraf erg naïef.” Dat is dus een tip voor huisartsen die in de gevangenis gaan werken: zorg voor een goede verzekering die ook bijstand kan bieden bij eventuele tuchtzaken of klachten. Gelukkig kreeg hij via medTzorg hulp van een advocaat. Ook de medisch directeur van medTzorg stond Verstappen bij.

Klachten zijn dan wel minder fijn om mee te maken, toch heeft Verstappen het nog steeds erg naar zijn zin in de gevangenissen waar hij werkt. “Het is hartstikke leuk werk. En leerzaam: ik heb in de afgelopen drie jaar bijvoorbeeld meer over antipsychotica geleerd dan ik ooit in de huisartspraktijk heb geleerd.” Bovendien vindt hij het boeiend om deze andere wereld te leren kennen. Ook de werkwijze bevalt hem goed. “Ik vind het heel prettig dat het niet heel druk is. Je hebt meer tijd dan in een praktijk om met een patiënt te praten. En het team is heel leuk. Ik ben altijd een enthousiaste teamplayer geweest, en vind het heerlijk om lekker met mijn collega’s te overleggen en te kletsen.”

 

Meegemaakt Kaartje  Wim Verstappen

Tekst door Anne Doelman