medTzorg
Meegemaakt – ‘Je krijgt op Schiphol een mondiaal inkijkje’

  • 26 / 02 / 2024
  • Meegemaakt

Bijzondere casussen genoeg voor Babet Groeneveld*, huisarts op Justitieel Complex Schiphol. Wat te denken van de bolletjesslikker met de darmperforatie, de man die gebeten was door een vleermuis of de man die een vlucht uit Kenia in de wielkast van een vliegtuig overleefde. Maar het zijn ook de kleine verhalen die het doen voor Groeneveld. Waarom wil bijvoorbeeld elke gedetineerde zichzelf bekijken in haar spiegel?

Het leek haar goed om ‘even uit haar comfortzone te gaan’ als huisarts. Babet Groeneveld meldde zich aan voor een vakantiewaarneming op Schiphol – en bleef vervolgens. De afwisseling, het team (‘allemaal out-of-the-box-denkende non-conformisten’), de wijsheid van de mensen om haar heen, het heeft haar gegrepen. En de patiënten hebben allemaal een eigen verhaal. “Hun moeilijke omstandigheden maakt mede dat ze zijn wie ze zijn. Dat raakt aan ons menselijk bestaan en is daardoor intrigerend.” Op Schiphol ziet ze in haar dagelijkse werk bovendien terug wat er speelt in de wereld, zegt Groeneveld. “Je hoort bijvoorbeeld op het nieuws dat in een land in Azië een bepaalde bevolkingsgroep wordt gediscrimineerd en jij hebt al gezien dat er opeens meer Aziaten asiel aanvragen. Dat is heel bijzonder. Je krijgt een mondiaal inkijkje.”

Google Translate

Het Justitieel Complex Schiphol (JCS) biedt plaats aan asielzoekers in procedure, bolletjesslikkers en justitiabelen in de vorm van arrestanten of in afwachting van een uitspraak. Dat betekent vaak een hoge turnover. Bij iedereen die het JCS binnenkomt, doen de verpleegkundigen controles: temperatuur, bloeddruk en saturatie en indien geïndiceerd nader onderzoek. Ook nemen ze een vragenlijst af. De taal kan daarbij een probleem vormen.

Alle culturen en talen komen langs op Schiphol. Sommige verpleegkundigen of bewakers spreken meerdere talen en er zijn vaak tolken beschikbaar. Maar het lukt niet altijd om iemand te verstaan. Laatst hadden ze bijvoorbeeld een vrouw van de Afrikaanse eilandengroep de Comoren; die taal sprak niemand. Toch vinden ze daar dan wel iets op. Groeneveld en haar collega’s proberen vervolgens op papier een risicoschatting te maken en zien de mensen bij wie dat nodig is. Ze worden vaak geraadpleegd over medicatievragen. Soms worden verdachten van hun bed gelicht en hebben ze niet de kans om hun medicatie mee te nemen of weten mensen niet wat ze gebruiken. Regelmatig hebben mensen zakjes met losse pillen bij zich en is onduidelijk wat voor pillen het betreft, zijn de medicatieopschriften in een andere taal of in het cyrillisch schrift. Groeneveld: “Google Translate is onze grootste vriend. Het is soms echt wel speuren. Maar met een beetje doorzetten komen we een heel eind.”

Omdat mensen vaak maar kort in het JCS zitten, is het zaak om snel te handelen. Groeneveld en haar team proberen patiënten zo snel mogelijk in kaart te brengen, voordat ze naar buiten gaan of doorgaan naar een asielzoekerscentrum of ander detentiecentrum. Dat kan lastig zijn. Laatst kregen ze een dame binnen die meermaals verkracht was. Ze deden een lichamelijk onderzoek en namen tests af. Maar voordat ze de uitslagen konden delen met haar, was de patiënte alweer overgeplaatst. “Dan gaan de verpleegkundigen erachteraan bellen en proberen te achterhalen waar ze is.” Niet altijd even bevredigend is het als mensen uit het zicht verdwijnen, maar, zegt Groeneveld: “We hebben ze in ieder geval in kaart gebracht en dat geeft ook voldoening.”

Rabiës

Groeneveld heeft in haar jaren op Schiphol al heel wat bijzondere mensen en casuïstiek gezien. Zo was er de Keniaanse man die een vlucht overleefde in de wielkast van een vliegtuig. De meeste mensen overleven dat niet, op grote hoogte, zonder zuurstof, in de kou. Maar deze man wel. Nadat hij in het ziekenhuis in een decompressiekamer was behandeld, kwam hij naar het JCS. Groeneveld: “Wat ik verdrietig vond, was dat hij vóór de vlucht heel goed kon hardlopen. Maar hierna had hij last van zijn been. We denken door restschade, mogelijk door zijn houding in het vliegtuig, misschien doordat er stikstofbellen in zijn gewrichten terecht zijn gekomen door de lage luchtdruk.” Later las Groeneveld in de krant dat hij asiel had gekregen, maar ze weet niet of zijn been is hersteld.

Een andere keer werd ze bij een meneer geroepen die vertelde dat hij in de jungle in Suriname door een vleermuis in zijn teen was gebeten. “Eerst denk je: hoe reëel is dit verhaal? Maar je zag echt twee bijtgaatjes.” Ze overlegde met het RIVM en na een hoop overleg werd aan het eind van de dag een serum geleverd tegen rabiës. “Dat soort dingen zijn wel een once in a lifetime.” Nog zoiets: de jonge man uit een Aziatisch land die vertelde dat hij voor malaria was behandeld, maar nog een deel van de kuur moest afmaken. “Ik dacht: malaria? Vanuit die locatie? Maar na doorvragen bleek hij via Ivoorkust naar Nederland gereisd te zijn.”

Bolletjesslikkers

Een bijzondere groep die Groeneveld onder haar hoede heeft, zijn de bolletjesslikkers. Zij worden volgens een protocol gemonitord door de verpleegkundigen, om te volgen of de drugs op een veilige manier het lichaam verlaten. Als een bolletje vastloopt, of gaat lekken, kan iemand geïntoxiceerd raken en overlijden. Als er iets misgaat, wordt Groeneveld erbij gehaald. “De inhoud van de bolletjes kan heel heftige problemen geven. Een paar weken geleden hebben we nog een meneer ingestuurd omdat hij een ileus ontwikkelde. Hij had enorme buikpijn. Hij is geopereerd, maar een deel van de darm was afgestorven, dus hij kreeg een stoma. Daarna kwam hij bij ons terug, maar ging het weer mis en moest hij opnieuw geopereerd worden.” De comorbiditeit op Schiphol is vaak ook heel interessant, ook voor een ervaren dokter als Groeneveld. “You name it en je komt het tegen.” Laatst was er bijvoorbeeld nog een patiënt met een ontsteking aan zijn aorta door syfilis, een zeldzaam geval.

Spiegel

Maar alle interessante casuïstiek en comorbiditeit ten spijt, de kleine verhalen zijn voor Groeneveld net zo belangrijk. Zo kan ze zich er nog steeds over verbazen dat gedetineerden steevast naar links gaan als ze na een consult bij Groeneveld de deur uitgaan. De kant van de vrijheid op. “Maar ze moeten naar rechts en daar op een bankje wachten tot ze met hun bewaker weer naar de afdeling kunnen. Dat is fascinerend. In die korte tijd van het consult gebeurt er dan blijkbaar iets waardoor ze even gedetineerde-af zijn.”

Nog zoiets: nagenoeg alle gedetineerden willen in Groenevelds spreekkamer even op de weegschaal staan en zichzelf uitvoerig bekijken in de spiegel. Wat is dat? “Ik las een keer in een artikel dat mensen het nodig hebben om zichzelf te bekijken in de spiegel en even te voelen aan hun gezicht om één te blijven met zichzelf. Toen dacht ik: hee, dit hebben ze dus nodig omdat ze anders vervreemden van zichzelf. Heel intrigerend. Het zijn echt niet alleen de bijzondere gevallen die dit werk zo bijzonder maken.”

Ontvang de nieuwste editie Meegemaakt

Wil je onze nieuwste editie Meegemaakt ontvangen? Schrijf je hier in en ontvang hem thuis.

Meer Meegemaakt verhalen vind je op onze website.
En lees ook de jubileumversie van “Meegemaakt”.

Kaartje meegemaakt Babet Groeneveld

Tekst door Anne Doelman

* Gefingeerde naam (conform veiligheidsprocedure).