Meegemaakt – Troost
Lees meer
Naast haar werk als huisarts en docent bij de Rotterdamse huisartsopleiding is Catharina Schep spoedarts voor Wlz-instellingen, justitie en politie. “Mijn bejaarden- en boevendienst, noem ik het thuis.”
Twee jaar geleden kwam Catharina Schep (48) in contact met medTzorg. “Deze landelijke organisatie levert avond-, nacht- en weekenddiensten voor justitiële instellingen en Wet langdurige zorginstellingen (Wlz-instellingen) zoals verpleeghuizen. Dit leek me een mooie kans om meer ervaring op te doen in de ouderenzorg. Ook bijzonder om een inkijkje te krijgen bij justitiële instellingen, een deel van de samenleving waar je niet standaard komt.”
Wekelijks draait Schep een ANW-dienst in de regio Utrecht. “Instellingen die een arts nodig hebben, komen bij mij terecht. Soms kan ik het telefonisch afhandelen. Bijvoorbeeld met een medicatieadvies. Daarnaast moet ik regelmatig naar een locatie om te beoordelen en zorg te leveren.” De ene keer bezoekt Schep een verpleeghuis. “Daar kom ik vooral als mensen overlijden, vallen, een infectie krijgen of verward zijn door een delier.” De andere keer levert ze spoedzorg bij een politiebureau, arrestanten- complex of gevangenis. “Ik weet niet waar iemand voor zit. Dat maakt dat ik met een open blik kan kijken: welke zorg heb jij op dit moment nodig?”
Bij aanhoudingen zijn regelmatig drugs of alcohol in het spel. “Of er is psychiatrisch een en ander aan de hand”, aldus Schep. “Op het politiebureau beoordeel ik: is deze persoon insluitwaardig? En wat is iemands medische voorgeschiedenis? Iemand met suikerziekte of epilepsie heeft bijvoorbeeld medicatie nodig om veilig de cel in te kunnen. Bij een drank- of drugsverslaving kijk ik: is er camerabewaking of extra medicatie nodig om veilig af te kicken in de cel? Het is wel belangrijk om goed op te letten; niet iedereen vertelt eerlijk wat hij precies gebruikt, soms in de hoop meer medicatie te krijgen. Dat kan weer gevaarlijk zijn.”
In de gevangenis wordt Schep regelmatig geraadpleegd voor ‘reguliere’ medische vragen. “Bijvoorbeeld bij koorts of een verzwikte enkel bij het sporten.” Soms is een casus minder alledaags. “Een arrestant was geplaatst in een speciale cel met zachte wanden, omdat hij zich suïcidaal uitte. Vervolgens begon hij de wanden kapot te maken en het isolatiemateriaal op te eten. In zo’n geval is het fijn dat ik altijd kan sparren met de crisisdienst of de achterwacht van medTzorg.” Overigens gaat Schep nooit alleen een cel in. “Dat was in het begin even wennen. Als huisarts heb je één of twee mensen in je spreekkamer. In de cel staan er soms wel vier bewakers bij. Ik ben ook weleens door een bewaker aan mijn broekriem naar buiten getrokken, voor mijn eigen veiligheid.”
Per 1 september stopt Schep met haar werk als spoedarts. “Ik zit in het proces om een huisartsenpraktijk over te nemen. Helaas is het niet te combi- neren, ook gezien mijn werk als groepsdocent bij de huisartsopleiding. Jammer dat ik moet stoppen, maar ik ben blij met wat het werk als spoedarts me heeft gebracht. Ik heb veel extra kennis en ervaring opgedaan. Op de gebieden van ouderen en versla- vingen. Ook dankzij de scholingen van medTzorg over lachgas, GHB en alcohol.” Het heeft Schep nóg iets moois opgeleverd. “De mensen voor wie je als spoedarts zorg levert, zijn nog kwetsbaarder dan in de gewone huisartspraktijk. Dat maakt dat mijn hart nog compassievoller is geworden dan het al was.”
Dit artikel is overgenomen uit Augustijn, het magazine van de afdeling Huisartsgeneeskunde van het Erasmus MC, en is van de hand van Annemarie van der Eem, foto Levien Willemse.
Wil je onze nieuwste editie Meegemaakt ontvangen? Schrijf je hier in en ontvang hem thuis.
Lees hier de vorige editie, het jubileumbundel “Meegemaakt”.
Lees meer
Lees meer
Lees meer