Meegemaakt – Troost

  • 23 / 10 / 2024
  • Meegemaakt
Afbeelding van twee handen op het been van iemand ter troost. Een saturatiemeter in de rechterhand.

Gevlucht

We zitten tegenover elkaar in het vreemdelingendetentiecentrum. Gelukkig spreekt hij goed Engels, we kunnen moeiteloos met elkaar praten. Saied is behoorlijk van slag. Hij is uit zijn land van herkomst met het vliegtuig gevlucht. In de Arabische lente werd protesteren tegen zijn regering hem niet in dank afgenomen. Halsoverkop moest hij de benen nemen toen de politie te dichtbij kwam. Meerdere familieleden zaten al gevangen vanwege hun rol bij de demonstraties. Omdat de enige snel beschikbare vlucht naar Schiphol ging, landde hij toevallig in Nederland.

Een zakenman, succesvol en gerespecteerd in zijn eigen land, nu in grensdetentie, want hij had geen papieren om Nederland binnen te komen. Saied’s wereld staat op zijn kop: gevlucht voor detentie zít hij nu in detentie. Zijn vrouw is hoogzwanger en moet nu alleen bevallen. Wanneer zal hij zijn kindje ooit kunnen zien?  Het voelt onrechtvaardig.

Dokter voor fysieke en mentale gezondheid

In de weken en maanden die volgen leer ik hem beter kennen. Er is veel aan de hand met zijn gezondheid, waardoor ik hem regelmatig op het spreekuur zie. Ik ben dan ook even een ‘normaal mens’ met wie hij kan praten over wat hem bezig houdt. Over vrede, rechtvaardigheid, harmonie tussen de verschillende geloven op de wereld. Ik vind het een fijne man. Hij zou zo mijn buurman kunnen zijn of mogen worden. Een asielprocedure werkt anders, want alle inspanningen zijn erop gericht om hem mee te laten werken om terug te keren naar zijn land van herkomst.

Verzet

Saied verzet zich steeds meer tegen het systeem. Hij leest de huisregels van de instelling en wijst  de bewakers op inconsequenties. Volgens de regels mag hij méér luchten en langer eten. Hij maakt er geen vrienden mee bij het personeel. Vanwege zijn gezondheid moet hij regelmatig naar het ziekenhuis voor controles. Dat gaat met een boevenbusje, Saied wordt geboeid en krijgt een stok-in-de-broek. Hij voelt zich enorm vernederd om zo door gewapende bewakers door het ziekenhuis geleid te worden. Hij heeft toch niets misdaan, hij is toch geen crimineel?

Bij de volgende ziekenhuiscontrole weigert hij de boeien en de stok. Als gevolg wordt zijn vervoer gecanceld en kan hij niet naar het ziekenhuis. Hij blijft dit principieel volhouden, ook al gaat dat ten koste van zijn gezondheid. Als dokter vraag ik hem om alsjeblieft in zijn eigen belang mee te werken, maar zijn rechtvaardigheidsgevoel is sterker. Dit is gewoon niet éérlijk, punt.

Door zijn verzet binnen de instelling loopt hij ook steeds meer vast in de relatie met personeelsleden. Hij mag videobellen met zijn vrouw en pasgeboren kind, mits hij zijn verzet staakt. Ook hier weegt het rechtvaardigheidsgevoel zwaarder dan het gemis. Andere vreemdelingen mogen dit óók niet, dus waarom hij wel? Zijn verzet zal hij niet opgeven. Hij heeft het steeds zwaarder in detentie. We praten over zijn ziekte, maar ook over onze jonge kinderen en welke wereld we voor ze achter willen laten. Ik volg het geneeskundige spreekwoord: “je kunt niet alles genezen, maar je kunt altijd troosten”. Ik richt me bij Saied vooral op die troost.

Uit het oog

Als ik overga naar een andere praktijk eindigt ons contact na ongeveer een jaar. Ik vind dat ik dat netjes moet afsluiten, dus ik bestel hem nog één keer op het spreekuur en neem goed afscheid van hem. Er is veel wederzijdse waardering. Maanden later vertelt een oud-collega dat Saied nu op straat leeft. Hij is hem in de kou tegengekomen. Kennelijk is hij nu illegaal en thuisloos.

Jaren hoor ik niets meer over Saied. Ik google af en toe zijn echte naam, maar meer dan een ‘order voor uitzetting van de vreemdeling Saied’ vind ik niet. Ik vrees dat hij uiteindelijk toch gedwongen is uitgezet. Zijn verhaal is altijd een beetje blijven knagen.

Boek

Maar recent sprak ik een collega-hulpverlener. Zij raadde me een goed boek over vreemdelingendetentie aan. Ik moest dat zeker lezen, ik zou er vast veel in herkennen. Al pratend kwamen er zoveel details uit het boek naar voren dat ik er inderdaad veel in herkende, ik kénde deze man! Zij kende de schrijver en ja, Saied was een verzonnen naam. Het boek ging over ‘mijn’ meneer. Het raakte me enorm, kennelijk ging het goed genoeg met deze man om een boek uit te brengen. Ze vertelde me hoe hij uiteindelijk niet alleen een verblijfsvergunning had gekregen, maar inmiddels ook echt Nederlander was geworden, een baan en een huis had. Het ging hem goed!

Verblijfsvergunning

We zitten tegenover elkaar in een cafeetje. We drinken gemberthee, hij vertelt over zijn baan bij de lokale overheid, hoe hij zich nog steeds inzet voor rechtvaardigheid, hoe zijn gezin is overgekomen en ze elkaar eindelijk weer hebben kunnen zien. Hoe hij zijn jongste kind voor het eerst heeft kunnen zien. Hoe trots hij is op zijn Nederlandse paspoort en dat zijn vrouw momenteel opgaat voor haar inburgeringsexamen. Hij is zo dankbaar voor alle goede mensen die hij tegenkwam in de moeilijke periode in en na detentie.

Het was heel fijn hem te spreken. Ons contact voelde altijd als onaf en ik ben me al die tijd blijven afvragen hoe het met hem ging. Dat is het moeilijke, maar ook het prachtige van werken in de zorg: sommige mensen blijven je altijd bij. Nu is er iets afgerond, en dat voelt goed.

Zorg voor kwetsbaren

Ik vertel zijn verhaal om te laten zien hoe mooi zorgen voor kwetsbaren is en om een blik te geven op de zorg voor vreemdelingen. Er is veel te doen om asielzoekers die ‘problemen maken’, maar laten we niet vergeten dat er ook veel fijne mensen naar Nederland komen, zoals onze nieuwe landgenoot Saied. Ik ben blij hem te kennen!

Tim Peeters, huisarts justitieel geneeskundige

Meegemaakt verhalen

Lees meer persoonlijke verhalen van medTzorg-artsen: Meegemaakt