Meegemaakt – Troost
Lees meer
Deze zomer heb ik weer eens gewerkt in een gevangenis in het Noorden, een paar dagen achter elkaar. Ik voel me er vertrouwd, ik heb vaker hier gewerkt en ken de verpleegkundigen. Er wordt met inzet gewerkt en veel gelachen. Maar er wordt ook naar hartenlust geklaagd over de gedetineerden…
K., een oude alcoholist, die een paar maanden geleden binnen kwam met een zieke lever: als je alleen maar drinkt gaat die eraan. We bespraken zijn uitslagen nu, die zagen er goed uit, de lever was vrijwel hersteld. Hij praatte gemoedelijk over de totale uitzichtloosheid van zijn bestaan, geen werk, geen huis, ruzie, schulden, nog wel contact met zijn ex en zijn kinderen. Ik verbaasde me weer over de impact van de verslaving. We hebben een normaal gesprek eigenlijk. Hij is 54 maar ziet er tien jaar ouder uit. “Als ik buiten kom moet ik niet meer drinken, want dan gaat het mis.”
Helemaal juist, nooit meer alcohol, maar ik word verdrietig als ik hem zie, met zijn goedmoedige glimlachje, zijn grijze kop met de korte krullen, licht voorovergebogen houding. Een lieve man met veel levenservaring. Maar een knappe casemanager die het lukt om hem op een plek te krijgen waar het goed zal gaan. Hij lijkt het zelf ook te weten en ik vermijd te veel prikken in zijn verhaal, het gaat nu goed, we kunnen nog even wachten met de realiteit te testen. En ik gun hem en mezelf deze kleine rustpauze in het slagveld van zijn leven.
Om me direct weer met de voeten op de grond te krijgen kwam daarna de heer G. binnen. Een mooie donkere jongen, slank, met kraaloogjes en een wipneus, onrustig bewegend, geagiteerd in zijn houding. Toen ik hem vroeg wat ik voor hem kon doen begon hij direct voluit te schelden, zeer denigrerend, op mijn onkunde, mijn leeftijd, mijn uiterlijk, het misplaatste van mijn situatie. Allemaal kwetsend bedoeld en het raakte me ook. Als ik niet wist wat ik voor hem moest doen kon ik beter direct oprotten. Achteraf had ik dat moeten doen. Ik ben wel wat gewend als het op eisend en uitdagend gedrag van verslaafden aan komt maar dit was in zijn onbeschoftheid toch weer nieuw. Je kunt daar tegen optreden door zo iemand een rapport te geven, wat misschien ook goed geweest zou zijn. Hij krijgt dan straf, meestal isolatie, dus een kale cel zonder iets met alleen een wc-pot. Maar zoiets kwam niet bij me op. Het liep uiteindelijk redelijk af. Ik heb hem laten razen en hij bedaarde een beetje. Wat hij moest hebben waren pillen, pillen en nog eens pillen. Ik hoefde niet naar zijn verslavingen te vragen want hij had van alles heel veel gebruikt dus hij had ook van alles heel veel nodig. Ik heb hem gezegd dat hij na dit gesprek niet bij mij moest zijn, maar dat ik bereid was hem naar een psychiater te verwijzen. Van mij krijgen gebruikers in het algemeen iets om hun afkick te compenseren, meestal een Benzo, Valium of Librium of zoiets, maar bij deze man kon ik niet verder komen dan een NSAID, een gewone pijnstiller en de mededeling dat ik hem zou aanmelden voor een gesprek met de psychiater. Er ontstond een rare situatie, tussen zijn razernijen door excuseerde hij zich voor zijn gedrag, ik kreeg even het gevoel dat hij soms ook mee gesleept werd door zichzelf. Het kan ook berekening zijn geweest maar achteraf is de verwijzing naar Trientsje, onze psychiater, terecht. Ik heb haar verteld hoe het was gegaan en ze vond ook dat ik hem rapport had moeten geven, de volgende keer zal ik eraan denken.
Heleen, mijn vrouw was mee naar het noorden, we hadden een leuke kamer in het hotel aan het water in Eernewoude. Vroeger ging ik daar vaak zeilen met de Spanker. ‘s Avonds uit eten in Leeuwarden: het was er vol. We wilden gaan eten op de Ewal, maar we konden daar alleen lopend komen. Dus maar terug naar “Het Leven”, waar we vroeger ook al eens geweest waren. We moesten wachten op een tafel. Toen we zaten kregen we bezoek van de buurman, die even kennis kwam maken naar aanleiding van een fotoronde die hij aan het doen was. Een beetje ontremd type. De tafel naast ons had al de aandacht getrokken. Er zat een jongen met een slordige vuile spalk om zijn rechteronderarm met een windsel dat er aan alle kanten bij hing. En een Mallet splint om zijn rechter middelvinger. Hij was opzichtig rustig, mager, bleek, een gebruiker, maar hij leek zich voor z’n situatie te generen. Aan tafel zaten nog 3 vrouwen en een man met een kaal hoofd, geheel in het rood. Prachtig gekleed in een nieuw donkerrood pak, met bijpassende sokken en schoenen en een stralend wit overhemd. Toen hij naast ons zat biechtte hij vlot op dat hij coke had gebruikt, wat zijn verbale onrust verklaarde. Dat was omdat z’n vriendin naast hem net ongesteld geworden was, terwijl ze al een jaar probeerden haar zwanger te krijgen.
Alles was in orde, allebei gezond, alleen hij gebruikte wat coke. Hij had wel werk, en de slungel met zijn fracturen was zijn vriend sinds hun schooltijd. Nooit wat gepresteerd, hij moest door hem worden geholpen en dat deed hij. Het meisje zag er akelig jong uit, kinderlijk, onvolwassen, weinig weerbaar. Ik geloof dat ze nog een beugel had. Een zwak zieltje leek het ons. De jongen hadden we al gerustgesteld over zijn kansen om vader te worden, rustig doorgaan, maar ik had het gevoel dat onze lieveheer het beter had gevonden om nog even te wachten. We spraken af dat wanneer ons eten kwam hij op zou krassen en dat deed hij.
Ik had het gevoel voor de derde keer die dag te hebben gepraat met iemand met wie het op den duur waarschijnlijk niet goed af zou lopen….
Lees of download alle “Meegemaakt” verhalen:
Lees meer
Lees meer
Lees meer